Klimaatverandering is niet meer iets dat ons overkomt

image001

‘Later koop ik een woonboot met 10 verdiepingen, waar de hele familie kan wonen. En mensen kunnen komen logeren. In de kelder komt de voorraad. Op het dak komen de moestuin, de zonnepanelen en een plek om lekker te zitten. Vanaf daar kunnen we zien hoe het water stijgt en de wereld vergaat.’ Mijn 12-jarige zoon zei dit, toen we samen de hond uitlieten langs de oever van de Waal. Ik werd er even stil van. Hoe kwam hij daar nou bij?

Hij had het water in de Waal de afgelopen weken zien stijgen en dalen en vertelde dat hij op het nieuws gehoord had over een rapport van het VN-klimaatpanel (het IPCC-rapport). Extreem weer zou steeds normaler worden en het leven van miljoenen mensen was in gevaar. En terwijl mijn zoon vervolgens door fantaseerde over het ontwerp van zijn toekomstige woonboot, dwaalden mijn gedachten af.

Ik had de samenvatting van het rapport en de reacties erop gelezen en ik kon me voorstellen dat het nieuws hierover indruk op hem had gemaakt. Dat deed het ook op mij. Ook al was het niet nieuw wat er geschreven werd. Eerder een samenvatting van wat al jaren bekend is. Maar dat António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, het rapport ‘code rood’ voor de mensheid noemt, was toch even slikken.

Is het einde van ons (comfortabele) leven op deze planeet dan echt in zicht? Dat hoeft niet. In alle scenario’s blijft de temperatuur op aarde de komende 30 jaar stijgen. De vraag is alleen hoe sterk. Het is mogelijk om de stijging van de temperatuur onder de grens van 1,5 graden te houden: als we de fossiele industrie sluiten, er alles aan doen om onze uitstoot te verminderen en internationaal echt gaan samenwerken.

Er is dus nog een sprankje hoop. We moeten alleen nu wel in actie komen. En dat kan ook. Mijn tijdlijn op social media ontplofte ongeveer van de reacties van mensen, die hier elke dag aan werken. Mensen die weten wat ons te doen staat; halvering van de uitstoot in 2030 en nul uitstoot in 2050. Met klimaatneutrale (drijvende) huizen, plantaardige zuivel- of vleesvervangers, bosbeschermingsprogramma’s, regeneratieve landbouw, alternatieven voor plastic en een revolutie in de mode-industrie kunnen ze daar een bijdrage aan leveren. En duizenden start-ups, wetenschappers, ngo’s en miljoenen consumenten zijn daar al jaren mee bezig, of staan in de startblokken om zich hiervoor in te zetten.

Zij hebben geen wake-up call – zoals Boris Johnson het rapport noemde – nodig. Die hebben ze al decennia geleden gekregen. Toen in 1987 het Brundtland-rapport Our Common Future uitkwam. Wat ze wel nodig hebben, zijn doortastende politici en dappere bedrijven, die hun prioriteiten bij het voortbestaan van de mens op deze planeet leggen en daar hun beleid op afstemmen. Klimaatverandering is namelijk niet meer iets dat ons overkomt. We hoeven niet vanaf het dak van ons drijvende familiehuis toeschouwer te zijn hoe de wereld vergaat. Het is inmiddels een bewuste keuze.

 

*****
Asceline Groot is ondernemer bij hetkanWEL, schrijfster van ‘Het Nieuwe Groen’ en PhD kandidaat aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In haar columns schrijft zij over (start-up) sociale ondernemingen en trends en ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid.