In de Belgische stad Lier kregen 30 gezinnen het bevel om op korte termijn hun voortuin te ontharden. Klinkers, kiezels en tegels moesten eruit en groen erin. Ik vond het wel een mooie maatregel, die in Nederland ook geen kwaad zou kunnen. De helft van de Nederlandse tuinen is namelijk betegeld. Nog los van het feit dat al dat grijs bijzonder ongezellig is en groen juist gelukkig maakt, is zo’n betegelde tuin ook om andere redenen geen goed idee. Bij heftige regenval kan het water door al die stenen nergens de grond in, wat leidt tot overstromingen. Zeker zo erg is het dat door al die tegels de biodiversiteit in Nederland steeds verder afneemt.
Het gaat met de biodiversiteit in Nederland echt niet goed. Zowel op het platteland als in de stad. Er is nog maar 15 procent over van de inheemse planten- en diersoorten die we in 1900 hadden. Het gemiddelde in Europa ligt een stuk hoger, namelijk op 40 procent. Een derde van de diersoorten wordt met uitsterven bedreigd, waaronder verschillende bestuivers, zoals bijen en vlinders. Bestuivers gaan vooral dood door pesticiden en te weinig gevarieerd voedsel. En dat is weer een gevolg van te veel bebouwing, hoge stikstofuitstoot en monocultuur in de landbouw. En landbouwgrond, daar hebben we relatief veel van. Ruim 54 procent van de oppervlakte van Nederland.
De meeste mensen hebben maar weinig invloed op het verduurzamen van de landbouw, maar wel op hun eigen tuin of balkon. Alleen moeten ze daar wel bewust van gemaakt worden. Vanuit steden en gemeenten is er steeds meer aandacht voor groen in de wijk, maar ook kleine organisaties zetten zich ervoor in.