Komen slow travel vakanties in een stroomversnelling?

bridge-593148_1920

Als tiener en student hield ik van reizen met de trein. Of het nou met de nachttrein naar de wintersport of met een interrailkaart kriskras door Europa was, ik vond het avontuurlijk en romantisch. Later ging ik vaker vliegen. Vooral vanuit praktisch oogpunt. Het maakte de wereld zo klein, omdat het een stuk sneller was. Je bent eerder in India met het vliegtuig dan met de trein in Spanje.

Dat tijdsbesef toch relatief is ontdekte ik in 2010, toen ik vast kwam te zitten op de Antillen. De vulkaan Eyjafjallajökull op IJsland was uitgebarsten en een gigantische aswolk legde het Europese vliegverkeer grotendeels lam. Niemand wist hoelang het zou gaan duren. Daarom bedacht ik allerlei idiote plannen om thuis te komen. Zelfs meevaren op een zeil- of vrachtschip kwam ter sprake. Uiteindelijk vloog ik naar Barcelona en ging ik vanaf daar met de bus naar huis.

Thuisgekomen was ik even genezen van verre vliegvakanties, maar toch wilde ik mijn reislust niet opgeven. Mede door mijn groeiende bewustzijn van de negatieve impact van al dat vliegen, zocht ik naar interessante alternatieven, maar de inspiratie was beperkt.

Hoe anders is dat nu! Doordat er steeds meer mensen – vooral jongeren – niet meer willen vliegen, kwam de afgelopen jaren slow travel in een ‘stroomversnelling’. Bij slow travel gaat het niet alleen om de bestemming, maar ook om de reis ernaartoe, die natuurlijk zo min mogelijke impact op het milieu moet hebben. En dat kan op veel verschillende manieren.

Zo maakte klimaatactiviste Greta Thunberg, die met een zeilboot naar New York ging om daar te spreken op de Climate Action Summit, van liften per zeilboot een wereldwijde hit. Online werkende millennials zorgden ervoor dat vanlife – het (tijdelijk) wonen in een bus of camper – ook populair werd bij gezinnen, die nu wekenlang Europa doorkruisen en op de meest unieke plekken hun busje neerzetten. En zelfs de fietsvakantie is weer helemaal terug van weggeweest. Alleen heet dat nu bikepacking, want dat klinkt een stuk spannender.

En als er dan nog iets past in deze slow travel trend, dan is het natuurlijk de trein. Voor verre reizen, maar vooral ook voor reizen in Europa is het een duurzaam alternatief. De Franse startup Midnight Trains wil milieubewuste reizigers een unieke ervaring aanbieden met het hotels on rails concept. Het is de bedoeling dat je vanaf 2024 in stijl met de trein van Parijs naar 12 Europese bestemmingen kunt reizen. En als we de Volkskrant mogen geloven, is er een renaissance van het Europese spoor in aantocht, want sinds mei dit jaar rijdt er weer een rechtstreekse nachttrein, met de mooie naam Nightjet, tussen Wenen en Amsterdam.

Al die initiatieven spreken een groeiende groep mensen aan, maar zijn natuurlijk geen duurzaam alternatief voor de 81 miljoen reizen die jaarlijks vanuit Nederland met het vliegtuig naar het buitenland worden gemaakt. Als de trein écht als duurzaam vervoermiddel wil concurreren met het vliegtuig, dan moeten treinverbindingen in Europa op elkaar aansluiten en vooral hard doorrijden. Laten we hopen dat de EU daar met het Europees Jaar van het spoor nu echt werk van gaat maken.

*****
Asceline Groot is ondernemer bij hetkanWEL, schrijfster van ‘Het Nieuwe Groen’ en PhD kandidaat aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In haar columns schrijft zij over (start-up) sociale ondernemingen en trends en ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid.