“Gooien we het nu weg, of zetten we het in de ijskast totdat het er zelf uitloopt”, grapten wij in onze studententijd als we restjes van het eten over hadden. Het gebeurde namelijk net iets te vaak, dat we op een plank achter in de ijskast muffe bakjes met sausjes of verlepte salades vonden.
Omdat in de jaren die volgden dit soort situaties in mijn ijskast niet echt veranderden, besloot ik zo’n tien jaar geleden om in actie te komen. Ik kocht alleen wat ik nodig had, begon op maat te koken, maakte soep of smoothies van groenten en vruchten die hun beste tijd gehad hadden en deelde met vrienden wat overbleef. Het hielp. Ik gooide bijna geen eten meer weg en vond dat ik goed bezig was. Maar in breder perspectief waren mijn inspanningen een druppel op een gloeiende plaat. Een derde van al het eten dat wij wereldwijd produceren, gooien we namelijk weg. Dit gebeurt door producenten, restaurants, supermarkten en bij mensen thuis. Bij elkaar opgeteld een schokkende 1.3 miljard ton per jaar.
In de jaren die volgden, werden verschillende organisaties opgericht om de strijd met voedselverspilling aan te gaan. Stichting Thuisgekookt maakte het mogelijk om via een handig platform je maaltijden te delen met je buren, het restaurant Instock opende haar deuren om te koken met voedsel dat overbleef in de supermarkt. Kromkommer maakte soep van ‘lelijke’ of afgekeurde groenten, die normaal gesproken in de vuilnisbak zouden belanden en inspireerde zo supermarkten om een hoekje in te richten voor misvormde wortels en beschadigde tomaten. Te koop tegen gereduceerd tarief.